top of page
Foto 13-03-18 18 34 10_edited.jpg

Misschien heb je weleens gemerkt dat een spreker lastig te verstaan is bij een presentatie, het wordt hierdoor lastiger om je aandacht bij het onderwerp te houden, omdat je meer bezig bent met het verstaan van woorden dan het begrijpen van woorden. In deze blog leg ik uit waar dat door komt en wat je er aan kan doen.

​

Spraak is het belangrijkste communicatiemiddel van de mens.

Het begint bij het vertalen van gedachten naar woorden,

deze woorden worden met klanken gebracht naar het gehoor van de luisteraar,

die het vervolgens weer naar woorden en vooral betekenis moet omzetten.  

​

Het luisteren naar woorden heeft dus van alles te maken met de klanken die de spreker uitbrengt. Als deze klanken niet goed over komen, komt het verhaal ook niet goed over. Dit heeft te maken met fonemen. Hoe een presentator deze fonemen uitspreekt (allofonen) bepaalt een groot deel van jouw beeld bij de spreker, een groot deel van je identiteit is af te leiden uit je spraak.

Close-upbeeld van microfoon
SPRAAKVERSTAANBAARHEID

​

​

De spreker kan ook invloed uitoefenen op de perceptie. Intonatie, klemtonen en het ritme bepalen hoe een zin overkomt op de luisteraar. 

Spraak één op één, of voor een kleine groep is dus al een ding op zich. Als het aspect spraakversterking er bij komt kan dit jouw presentatie maken of breken.

​

Het natuurlijk spraakgeluid bevindt zich in het frequentiegebied van 200 Hz tot 8000 Hz. (ongeveer vanaf de centrale C tot ver buiten het pianoklavier)

De tonen in dit gebied moeten zo natuurgetrouw mogelijk over komen om een goede representatie te geven van het stemgeluid. Aan te raden is het subtiel wegfilteren van tonen onder de 200 Hz.

​

Tevens belangrijk is de hoeveelheid achtergrondgeluid, signaal-ruisverhouding, akoestiek en daarbij horende galm. (RT60)

​

Achtergrondgeluid varieert tussen de 35dB en ongeveer 100dB, de spraak moet daar met 12dB boven om goed verstaanbaar te zijn, dat is ongeveer 4x zo hard als het achtergrondgeluid. (signaal-ruisverhouding) Belangrijk is dat een geluidssysteem deze geluidsdruk natuurgetrouw kan weergeven.

​

Vaak hoor je bij evenementen microfoons piepen/fluiten ook wel rondzingen of feedback genoemd. Het signaal dat uit de speaker komt wordt weer opgenomen door de microfoon en wederom versterkt, dit resulteert in een feedback loop. Deze tonen zijn afhankelijk van de frequentieweergave van de microfoon, speaker en ruimte. Met een getraind gehoor en de juiste apparatuur kan je deze tonen uit het signaal filteren om feedback te voorkomen. 

​

Afhankelijk van het doel van een zaal heeft deze een bepaalde nagalmtijd die ook frequentieafhankelijk is. (de tijd die het geluid nodig heeft om 60dB zachter te worden) Voor versterkte muziek en spraak wil je een korte galmtijd in de ruimte, maar klassiek onversterkte muziek kan heel mooi een galmtijd van bijvoorbeeld 2,2 seconden gebruiken. (concertgebouw Amsterdam) De frequenties die lang blijven resoneren zijn vaak ook de frequenties die rondzingen, ook deze kan je er deels uit filteren.

​

Als je dus goed je verhaal wilt overbrengen naar de luisteraar, moet je zorgen dat je duidelijk in de microfoon spreekt, een vuist ruimte tussen de mond en microfoon is een goede richtlijn. Het is belangrijk om een passend geluidssysteem bij de ruimte en hoeveelheid publiek te hebben, probeer feedback te voorkomen en zorg er voor dat de stem zo natuurgetrouw mogelijk wordt weergegeven.

En probeer met meerdere sprekers één voor één te praten, anders is het niet meer te volgen. ;)

​

Voor vragen kun je contact opnemen via het contactformulier.

bottom of page